78: Column nr. 9: Kinderpraat

78: Column nr. 9: Kinderpraat

De Houthalense Serap Can (38), getrouwd en mama van twee dochters, heeft voor de derde keer kanker. Elke week geeft ze een kijk in haar hart en deelt ze ook ervaringen van een andere patiënt. Deze keer vangt ze per toeval een gesprek op tussen haar dochters, waarbij haar hart een sprongetje maakt, maar niet van vreugde.

"Hoe is oma doodgegaan?" hoor ik Elina vragen aan haar grote zus. Ik zit op dat moment gehurkt bij de wasmachine, mijn handen vol natte kleren. Daardoor merken de meisjes mij niet op. Ik besluit even zo te blijven zitten, zodat ik kan luistervinken. "Oma was heel ziek, want ze had kanker. De dokters konden niets meer doen om haar te redden, dus is ze gestorven. En weet je: dat is wat bij mama ook kan gebeuren! Mama is ook ziek, maar gelukkig is ze al veel beter. Per toeval ben ik getuige van een conversatie waarbij mijn hart een sprongetje maakt - maar niet van vreugde. Ik kan bijna niet geloven dat dit een normaal gesprek is tussen twee veel te jonge kinderen. Godzijdank begrijpt een vierjarig kind nog niet alles en stelt na zus’ uitleg dezelfde vraag gewoon opnieuw. Emilya zucht en antwoordt gefrustreerd: "Ik heb je dat toch nét verteld!" Daarna stormt ze naar buiten om verder te spelen met haar zusje achter haar hielen. Ik blijf aangeslagen achter.  

Het dringt nog niet helemaal door bij Elina dat haar moeder ongeneeslijk ziek is, en het misschien - net als oma - niet zal redden. Ik vraag me af wat ze dan allemaal aan haar grote zus zal vragen en hoe Emilya dat dan onder woorden zal brengen. Dit zijn gedachten waar ik liever niet bij stilsta, maar hun kinderpraatjes dwingen me ertoe. Ik besef ook dat ik moet opletten hoe ik de dingen aan Emilya overbreng, want zij geeft die kennis blijkbaar door aan haar zusje. Het is een vreemd gevoel om te weten dat de ziekte zo sterk leeft binnen ons gezin. Elina heeft geen flauw benul, maar Emilya weet meer dan ze met haar jonge handen kan torsen. Dat breekt mijn hart. Ik had hen zó graag een zorgeloze jeugd gegund, net zoals ik die zelf heb gehad. Het doet pijn dat ik dat niet kan bieden. En toch ontroert het me dat ze elkaar hebben. Hun samenzijn klinkt als troost in mijn oren. Ik hoop heel erg dat ze altijd zo mooi blijven communiceren, zodat ze de pijn samen kunnen tillen. Dan wordt het heel misschien net iets lichter.

Hartgenoot  Bieke (30 – diagnoseleeftijd 29): “Kinderen laten je inzien wat echt belangrijk is.”

De eerste keer dat Leonie (3) mij zonder haar, maar met een mutsje zag, wou ze geen knuffel geven. Ze liep huilend naar Robbe. Dat brak me. Ze kwam terug en zei troostend: “Mama, ik vind je niet mooi, maar wel lief.” Op dat moment voelde ik haar pure liefde: voor haar blijf ik mama, uiterlijk doet er niet toe. We lezen vaak uit het boekje Grote boom is ziek. Het ziekteproces wordt er duidelijk weergegeven, zonder het woord ‘kanker’ te gebruiken. Zo is ze toch betrokken, zonder al te ongerust te zijn.

Lees de column (als abonnee), elke zaterdag, ook in het weekendmagazine Billie als bijlage in de volgende kranten:

Column nr. 9:

Terug naar blog

Reactie plaatsen

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.