72. Column nr. 3: Laatste kans

72. Column nr. 3: Laatste kans

Serap Can (38), getrouwd en mama van twee dochters, heeft voor de derde keer kanker. Nadat ze een knobbeltje voelde in haar oksel, wacht ze bloednerveus in de wachtzaal op de resultaten van de scan. “Voor het eerst krijg ik slecht nieuws dat aanvoelt als goed nieuws”. Hier geeft ze een kijk in haar hart, samen met een hartgenote.

In de wachtruimte van het ziekenhuis verschijnt mijn foto op het scherm, samen met het boxnummer waar ik naartoe moet. Het is een foto waarin ik mezelf nauwelijks herken, maar wel al vier jaar naar op zoek ben. Ik zie er jong en onschuldig uit, onwetend over wat nog zou komen. Ik ben telkens opgelucht als het mijn beurt is, maar tegelijk lukt het niet om recht te staan. Mijn benen doen het plots niet meer, verlamd door angst. “Allez, schat, we moeten gaan”, hoor ik Onur zeggen. “Deze keer krijg ik het slechte nieuws ooit, daar ben ik zeker van. En ik ben er niet klaar voor!” is mijn reactie. “Sta op, en we komen het te weten”, probeert hij opnieuw. Ik zie dat Onur zich sterker voordoet dan hij werkelijk is. Iemand moet de leiding nemen in deze nare situatie.

Oké, de professor zit niet in de stoel en ook niet naast de assistent. Dat is een goed teken, denk ik. Dan komt de vraag die altijd als eerste wordt gesteld en die ik zo haat: “Hoe gaat het met u, mevrouw?” “Zenuwachtig.” Zo weten ze dat ze bij mij niet rond de pot moeten draaien. Hij werpt een snelle blik op het scherm, alsof hij het verslag nog moet lezen, en dan volgt het verdict: “We zien toch een lichte groei bij alle tumoren in beide longen. Dat betekent dat de huidige behandeling – doelgerichte therapie – geen effect heeft. We zullen ons plan van aanpak moeten veranderen.” Ik zit op het punt van mijn stoel en hoor niet de woorden: extra uitzaaiing. De stress glijdt in één keer uit mijn lijf. “En wat met mijn oksel dan? Ik vond een knobbeltje.” De jongeman kijkt me niet-begrijpend aan. Ook dat is een goed teken, denk ik. “Oh, daar staat niets over in het verslag.” En na een fysieke controle blijkt dat het niets verdachts is. Voor het eerst krijg ik slecht nieuws dat aanvoelt als goed nieuws, omdat we het allerergste verwachtten. Onur knijpt in mijn hand en bevestigt mijn gevoel. Vanaf nu schakelen we over naar driewekelijke immuuntherapie. Een ander zakje aan het infuus, maar wel mijn beste - en laatste - kans.  

Hartgenoot Yasmine (36 – diagnoseleeftijd 35): “Ik beleefde het slechtnieuwsgesprek in een waas.”

Een jaar geleden, na drie weken overgeven en buikkrampen, ging ik binnen voor ‘een griepje’. Het bleek agressieve darmkanker. Het duurde even voor ik kon aanvaarden dat ik kanker had. Ik ben van nature positief, maar al snel namen angst en onzekerheid het over. Eenmaal dat de diagnose er was, wilde ik zo snel mogelijk starten met de behandeling. Na een zware operatie in oktober zou ik kankervrij kunnen leven. En dit terwijl ze eerst spraken over palliatieve chemo. Nu kijk ik uit naar mijn herstel.

Lees de column (als abonnee), elke zaterdag, ook in het weekendmagazine Billie als bijlage in de volgende kranten:

Column nr. 3:

Terug naar blog

1 reactie

Een moedige dame dat ben jij een toppertje die heel veel aankan!! Dikke knuffel😘🍀🍀🍀

Annick Sturms

Reactie plaatsen

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.