68. Reisblog nr. 4: Côte d'Azur, Frankrijk

68. Reisblog nr. 4: Côte d'Azur, Frankrijk

Als mama van twee dochters gaf ze de laatste maanden in Billie wekelijks een kijk in haar hart. Deze zomer doet ze een roadtrip door Europa met haar gezin, en wij mogen mee. “Hoewel de ziekte altijd de rode draad blijft, is het thema deze keer: reizen met kleine kinderen. Want de zomer heeft iets magisch waar we allemaal naar uitkijken. Ik misschien iets meer dan een ander, want ik voel de druk van ‘nu of nooit’ meer dan ooit.”

Cagnes-sur-mer 

De Côte d'Azur staat bekend om iconische plekken zoals Monaco, Cannes en Saint-Tropez – de vaste stek van de Verhulstjes, en allemaal plaatsen waar wij níét zijn geweest. Wij bezoeken de iets gezinsvriendelijkere steden, te beginnen met ons vakantiehuis in Cagnes-sur-mer. Zoals de naam verraadt: kortbij de zee. Een huisje waarvan ik bij het boeken overtuigd was, dat het bestond uit één slaapkamer, één woonkamer en één keuken. Nooit gedacht dat alles zich in één ruimte zou bevinden, zonder tussenschotten. Foto’s kunnen misleidend zijn, maar één blik op onze eigen tuin, die uitkijkt op een privézwembad, dat op zijn beurt weer een panoramisch uitzicht over de bergen heeft, maakt veel goed. Na zo vaak op pad te zijn geweest, is luieren aan het zwembad een godsgeschenk. Het water is ijskoud, maar een ijsbad is blijkbaar gezond. Terwijl de meisjes bommetjes springen, schuiven Onur en ik telkens een paar millimeters op, zodat we allebei in de schaduw blijven liggen.  Ik kies op de GPS voor de eerste bestemming die verschijnt na het woord promenade. We komen uit op de Promenade de la Plage. Slechts een kwartiertje van ons huisje, supermooi en rustig, maar niet waar we wilden zijn. Ik heb Onur een shoppingdag beloofd, dus na een tweede poging komen we uit aan de Promenade Shopping en ga ik met de meisjes aan de slag. Ze stralen van al het moois dat ze mogen passen. Iets later kijk ik toe hoe ze ravotten op les jeux d’enfants.

Nice 

Nice, de grootste stad in de omgeving, is de plek waar ik zeventien jaar geleden een maand heb gewoond. Tijdens mijn bachelor Communicatiemanagement was ik gebuisd voor het vak Frans. Ik vond dat zó erg dat ik me inschreef voor een taalcursus in Frankrijk. Op de eerste schooldag leerde ik echter de – inmiddels mijn hartsvriendin - Nederlandse Sacha kennen.  Daar ging mijn ambition om mijn français op te krikken, want we spraken alleen maar néerlandais met elkaar. We hadden een onvergetelijke tijd en samen schuimden we heel Côte d'Azur af. Sindsdien is het mijn droom geweest om Onur hier naartoe te nemen. Heureusement is hij even onder de indruk als ik: "We konden hier wel een week verblijven. Het is echt een mooie stad en er is zoveel te doen, dat had ik echt niet verwacht", zegt hij. Maar dan was dat meteen de enige stop op onze Europese tour geweest, want Nice is een dure stad. Dat merk je al aan de mooie, maar peperdure, markt in hartje vieille ville, die we tegenkomen onderweg naar de beroemde Promenade des Anglais. Dat is natuurlijk nadat we uit de doolhof van smalle straatjes van het oudste - en volgens mij mooiste - deel van de stad zijn ontsnapt. Sacha en ik durfden soms wel eens te spijbelen na een avondje uit en sliepen dan onze roes uit in het park met het mooiste uitzicht over Nice: Parc de la Colline du Château. Toen geraakten we nog te voet naar boven - nu nemen we een lift. Nice is een bruisende stad. Alleen hier vind je een strand dat om 21.30 uur nog stampvol ligt en om de paar meter staat er een straatartiest de show te stelen. De talrijke toeschouwers blijven geamuseerd staan kijken  en sommigen doen zelfs mee. Zo ook Emilya, die uit het publiek wordt gekozen terwijl ze verwonderend zit te staren. Er wordt dan ook luid geprotesteerd, wanneer we zeggen dat het tijd is om naar huis te gaan, ook al zien hun oogjes rood van vermoeidheid. 

Villefranche-sur-mer

Soms komen je herinneringen uit je jonge jaren niet overeen met de realiteit, omdat je ze in je hoofd idealiseert. Dat is het geval voor het stadje Villefranche dat maar één treinhalte van Nice verwijderd ligt. Het unieke eraan is dat het treinspoor letterlijk parallel loopt met de kustlijn. "Je kunt vanuit de trein bijna in het water springen", overdrijf ik tegen de kinderen. Onur was minder fan van de trein: "Dat doen we dus nooit meer”, is zijn conclusie. De baai biedt een mooi uitzicht op de zee en de huizen van de oude stad, maar is zó smal dat er nauwelijks plaats is voor al het volk hier. Net zoals ze allemaal niet in de trein terug naar Nice zullen passen. Een ligplekje vinden, is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Al heb je eigenlijk alles wel in één oogopslag gezien. Gelukkig maakt het voor de kinderen niet uit waar ze zijn, zolang ze maar kunnen zwemmen, met zand spelen en oneindig veel turnoefeningen kunnen demonstreren. Emilya straalt van trots wanneer twee kindjes haar ijverig nadoen.

Saint-Paul-de-Vence 

De eigenaar van ons Airbnb-huisje had ons bij aankomst een beetje opdringerig Saint-Paul-de-Vence aanbevolen. Op dat moment -  "Het zou echt spijtig zijn als je zo dichtbij bent en het niet bezoekt" - besteed ik er niet veel aandacht aan. Maar wanneer we onverwachts een dagje thuisblijven, omdat Onur zich niet lekker voelt, besluiten we er ‘gewoon’ een ijsje te gaan eten. Er blijkt echter niets gewoons aan dit stadje: het is één van de kleinste en mooiste steden ooit! Het charmante stadje werd vroeger bezocht door kunstenaars als Picasso en Modigliani, die er elk kunstwerken hebben achtergelaten. Het ligt op een heuvel met een magnifiek uitzicht en wordt omgeven door een stadsmuur, waar wij volledig rond wandelen. De smalle en kunstzinnige straatjes zijn gevuld met artistieke winkels en kunstgalerijen. Alle restaurants liggen aan de rand van de stad, waardoor je overal dineert met een uitzicht op het mooie landschap. Het is duidelijk dat dit authentieke stadje met de mooie brievenbussen veel rijke toeristen aantrekt - dat zie je aan de kledij die ze dragen en de geparkeerde luxeauto's buiten de stad. Maar goed dat we ons vandaag ook van onze beste kant hebben laten zien.

Menton 

Als er één stad is die het allemaal heeft, dan is dat wel Menton - de stad van de citroenen. Het fijne is dat alles binnen handbereik ligt,  ik ben blij met het lage getal op mijn stappenteller. Het begint al bij het vinden van een betaalbare en goed gelegen parkeerplaats. De uitgang komt direct uit op de boulevard met restaurants en winkels die uitkijken op het grote, propere kiezelstrand. Genoeg keuze om te liggen, ondanks de drukte, en ik voel me meteen ontspannen. Hier moeten we immers niet, bezweet en beladen als een stel muilezels - een plekje trachten in te palmen. Dat ook nog eens veel te klein en te ver van de zee ligt. Integendeel: mijn tenen raken bijna het water. Voor me schittert het blauwe water, de bergen met hun mooie witte huizen en een rij boten. Draai ik me om, dan aanschouw ik de oude stad. Mijn ogen worden getrakteerd op kleurrijke huizen, die ondanks hun gevorderde leeftijd niet hun charme hebben verloren. Sommige appartementen zijn zo smal, dat ik me afvraag hoeveel beweegruimte de bewoners hebben. Al worden ze waarschijnlijk onderverhuurd aan toeristen, die het magisch vinden om hier te mogen verblijven. De hoge trappen naar de basiliek Saint Michel – het hart van de stad – vormen samen met de toeristen een levendig decor, dat het uitzicht nog mooier maakt. De meisjes vinden de speelfontein dé leukste activiteit van de hele vakantie.

Lees de column (als abonnee), elke zaterdag, ook in het weekendmagazine Billie als bijlage in de volgende kranten:

Reiscolumn nr. 4

Terug naar blog

Reactie plaatsen

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.